FILM

Zonder film en cinema zou er van mijn televisiecarrière weinig in huis gekomen zijn. Ik dwarrelde binnen vanaf begin jaren 80 met de filmquiz "Cinemanie" op de toenmalige BRT als jonge snaak en mocht meteen ook de eindredactie verzorgen. Hadden ze me gevraagd voor een lifestyle-programma had ik natuurlijk feestelijk bedankt. Wellicht daarom dat ik na het opdoeken van de populaire quiz in 1987 liever iets  verder had gedaan in film. Ik schreef er wel over in enkele bladen maar op radio deed ik er niet zoveel mee. Het werden andere programma's ("Rigoletto", "Schoolslag", "De Zondagsvriend" en "De Hitkwis") maar ik sprong een gat in de lucht toen ATV, de Antwerpse regionale zender, me vroeg om wekelijks een bijna half uur durend programma te maken rond film. Uiteindelijk bleef dat programma 21 jaar lang een vaste waarde in het weekend en na 5 jaar waren we 52 weken op 52 weken present. Het programma werd zelfs een tijdlang in aangepaste vorm overgenomen door RTV (regio Kempen), TV Oost en TV Limburg. Het afscheid in december 2015 viel zwaar. Maar wonderwel kreeg ik al vanaf de eerste week van 2016 anderhalve filmpagina in Primo Magazine (na Dag Allemaal het meest verkochte weekblad). Ik mocht het op een eigenzinnige manier invullen met een aantal retro-rubrieken en de nieuwe films in de zalen, waarvan ik er één of twee - naargelang het aanbod van die week - uitvoeriger besprak. Minder kritisch dan bij ATV maar dat was ook de bedoeling. Ik heb altijd geweigerd om sterren te geven aan films. Sterren geef je aan koelkasten. Ondertussen is de filmpagina in Primo al 5 jaar een zekerheid. 21 jaar - zoals bij ATV - zal ik het daar niet volhouden, maar zolang er cinema is, wil ik graag een mooie selectie maken. Helaas: er was geen of amper cinema in 2020 door corona. Ik behielp me naast de randrubrieken op dat moment wekelijks met filmcolumns. Iets wat ik vaker deed. In 1985 was mijn tweede boekje "Kijkhalzend" een bundel cursiefjes (toen dat woord nog mocht) rond kleine aspecten van film. Met enkele weken vertraging plaatste ik die stukjes hier ook (laat dat je er niet toe verleiden je abonnement op Primo op te zeggen of ik krijg de hoofdredacteur op mijn dak).

KLUCHT IN OPEN LUCHT


Ik tel af naar 9 juni wanneer de bioscopen de poorten weer mogen openen, maar uitgerekend vanaf die maand daalt het cinemabezoek bij ons doorgaans zienderogen. Zeker met de voorbije onstuimige, kille weken snakken we naar andere, meer sociale activiteiten. Bovendien komt er het EK Voetbal aan dat voor sommige spannender is dan de beste thriller. En eerlijk is eerlijk: de 2 films die ik zag mét mondmasker oogden beneveld. Die ongewenste flou artistique houdt iemand met bril op de neus geen twee uur vol. 


De oplossing voor een geslaagd zomers bioscoopseizoen ligt voor het grijpen: de open luchtcinema. Geen drive in. Nee: een terrein, een groot scherm en iedereen met eigen zitje of een te huren ligstoel. Ver genoeg uit elkaar als het moet zodat een mondmasker overbodig is. Een gezellige bar voor wie een drankje wil. Kom gerust wat vroeger want de film kan pas starten als het donker intreedt. Zo wordt het een sociaal gebeuren wat in de benepen ruimte van een auto niet het geval is. En vooral: laat het de bioscoopexploitanten organiseren: zij weten als geen ander hoe ze dit moeten aanpakken en inkleden. Desgevallend op het parkeerterrein van hun cinemacomplex. Er zijn tegenwoordig genoeg ingenieuze open zeilconstructies om de vertoning ook bij minder goed weer te laten doorgaan. Kies voor films die generaties verbinden. Cinema waarbij oma met kleinkind, ouders met kinderen samen genieten. Ze worden schaarser, maar ze bestaan: "Bienvenue chez les Ch’tis", "Indiana Jones", "La Grande Vadrouille". Succes gegarandeerd.


Het flitst me terug naar mijn kindertijd toen we met ons gezin richting Côte d’Azur trokken begin juli. In de grotere badplaatsen hadden ze een 'cinéma en plein air'. Het stelde weinig voor: houten banken zonder leuning op een binnenkoer aangekleed met affiches van de te verwachten films en vooraan een strak gespannen doek. Af en toe moest het filmbobijn worden vervangen en werd een pauze ingelast. Voor geen geld kon je daar alle populaire films van de voorbije jaren zien. Alleen komedies: het merendeel - uiteraard - van Franse makelij. Vakantie stond voor zorgeloosheid. Het waren vaak filmkopieën vol krassen die maandenlang hun ronde hadden gedaan in de officiële bioscopen. Soms waren er hele scènes uitgeknipt en onhandig aan elkaar gelast. Daar zag ik voor het eerst de Don Camillo films met Fernandel en maakte kennis met de wonderlijke visionaire wereld van Jacques Tati. Mijn liefde voor Franse komedies is in Le Lavandou en Cavalaire aangewakkerd en nooit uitgedoofd.


In mijn verbeelding zie en hoor ik het al: De Funès, Bourvil en Terry-Thomas die lachsalvo's uitlokken en de zorgen van de voorbije maanden doen vergeten. Om na de film links en rechts te horen zeggen: 'we hebben in maanden niet meer zo gelachen.' Om mijn voorstel kracht bij te zetten heb ik de foto bovenaan een beetje bewerkt.

Een mens mag - nu meer dan ooit - dromen.


Voetnoot:

Meteen de laatste filmcolumn. In Primo TV Magazine mag ik me vanaf nu weer elke week richten op het nieuwe filmaanbod.