RADIO

Mijn radioparcours is behoorlijk grimmig geweest. Daar ben ik me terdege van bewust.


Na een doortocht bij een aantal lokale radio's in Antwerpen, mocht ik op 1 april 1983 beginnen bij Radio 2 Omroep Brabant met een handvol programma's onder de hoede van 2 mentors met naam en faam: Guy De Pré en Julien Put. De weelde aan diverse programma's die ik er mocht samenstellen en presenteren valt niet te tellen, de ervaring die ik er opdeed, valt met geen woorden te beschrijven. In de zomermaanden verving ik zowel Julien Put in "De gewapende man" als Chris Jonckers in de ontkoppelingsprogramma's, muzikaal zwalpte ik van "Jazzkaffee" van Mark Van den Hoof naar "Funkytown" van Ivan Hermans en Gust De Meyer waar ik zelfs de derde vaste presentator werd naast Guy en Annemie Coppieters. Al had ik natuurlijk mijn eigen radioprogramma's waar ik mijn hart en ziel in steken mocht: "Dag & Dauw", "Oordegelijk", "Kop of Flet", "Twee tot Twee", "Hittentit".


Radio 2 Omroep Brabant blijft mijn heerlijkste radiotijd. Ik wist wat ik in de steek liet voor het succesverhaal Radio Donna, waar alles wat strakker werd. Heerlijke tijd, prachtig radioteam maar toen ik 40 werd, nam ik me voor om dat avontuur af te ronden. Een terugkeer naar Radio 2 was - eerlijk is eerlijk - een desillusie. De zender was ook van format veranderd en ik vond er mijn draai niet meer. Een sabbatperiode om te herbronnen was nodig. In die periode trok ik een lotje uit de loterij en mocht zo beginnen met een wekelijks drie uur durend programma bij… Radio 2 in Nederland. "Smaakmakers" was helemaal op mijn maat gemaakt: rustige radio, met lange gesprekken met BN'ers van allerlei slag - van Aad van den Heuvel tot Freek de Jonge, van Arthur Japin tot Carice van Houten. Ik ben Hijlco Span voor eeuwig dankbaar voor deze 5 jaar. Ik wist dat het een eindig verhaal was - een Vlaming op de Nederlandse radio blijft een exoot - maar was verheugd dat het zo lang mocht duren. Ook daar mocht ik zelf geregeld de muziek samenstellen en soms andere programma's maken, zoals de nachtradio. Toen ik in 2006 afscheid nam van de Nederlandse Radio 2 had ik enorm veel bijgeleerd. Ik kende de Nederlandse media al wel van de jaren dat ik in allerlei TV-programma’s in panels zat, van de TROS tot de KRO, maar dit was zo veel boeiender en intenser geweest. Daarna mocht ik nog wel eens korte items maken voor Radio 2 en Radio 5 Nostalgia en ik voelde me keer op keer vereerd.


Ondertussen had ik in Vlaanderen onze Radio 2 definitief vaarwel gezegd - ik voelde dat mijn VRT-tijd voorbij was en stootte op onbegrip over hoe ik radio wou invullen. Gelukkig was er Bert Geenen, onze 2de Donna-baas na Erik Strieleman, die me weer oppikte voor een nieuw verhaal bij VTM, Radio Mango. Ik werkte ondertussen ook achter de schermen bij Q Music. Toen de Nederlandse Radio 2 ten einde liep, was ik aan de slag bij 4FM voor het ochtendprogramma "Plankgas" en zat ik weer in de dagelijkse routine van "Jabbedabbedoe" destijds voor Donna. Toen dat door het Nederlandse bedrijf Talpa werd overgenomen en ik hun visie van radio maken niet deelde, was ook dat weer einde verhaal. Ik had me voorgenomen altijd mijn weg te volgen en op mijn manier radio te maken. Ik wou greep hebben op alles: inhoud van een programma, tunes, titel, muziek. Ik wou geen pratend meubel worden. Dat klinkt arrogant, maar ik leefde voor mijn vak en als er geen passie mee gemoeid was, zweeg ik liever voor een tijd.


Dat gebeurde ook van 2006 tot 2009. Ik dacht toen dat radio maken definitief verleden tijd was. Veel van wat ik deed, werd ook ingegeven door het probleem waarmee ik sinds 1994 kamp: eenzijdige doofheid en tinnitus en hyperacusis. Radio maken bleef mijn lievelingsvak maar het vroeg veel van mijn hoofd. Radio werd me vaak te druk. Toen Bert Geenen me alweer vroeg om bij de start van het hernieuwde 4FM als Joe mee te helpen, was ik door het dolle heen. Ik aarzelde zelfs toen ik gevraagd werd om de Songfestival Top 100 te presenteren na 3 jaar radiostilte. Ik was ondertussen het Songfestival wat ontgroeid maar zei toch 'ja' en enkele maanden later was "Michel XL" in de weekends een feit. Alweer een ochtendshow. Met Tom Klerkx als nieuwe baas kreeg ik ook weer de kans om muzikaal helemaal mijn eigen weg te gaan in programma's als "De single & album connection" en "Outlet Follet", naast de vele gelegenheidsprogramma's waaronder de onsterfelijke 150 op Allerheiligen dat ondertussen bij Joe als "Hemelse Helden" jaarlijks te horen is. Sinds 2015 onderging Joe een verjongingskuur en hield voor mij het presenteren van eigen programma's op. Zoals bij de start van Joe werk ik ondertussen achter de schermen van een aantal programma's en dat bevalt me prima. Ik moet geen muziek meer presenteren die vaak een kortsluiting in mijn hoofd veroorzaakte en sta ten dienste van collega's. 


Er is een Grieks gezegde: γνῶθι σεαυτόν, dat 'ken jezelf' betekent. Ik weet maar al te goed dat ik een koppige radiomaker ben geweest en dat speelde me geregeld parten. De radiotijden veranderden en stonden haaks op wat ik graag wou doen. Zoals ik het liefst radio maakte - in de jaren tussen 1983 en 1992 bij Radio 2 Omroep Brabant - dat is definitief voorbij: alles zit veel meer in een keurslijf en ik eis een grote vrijheid op. Krijg ik die niet, dan laat ik het liever aan anderen.


Pop/rockmuziek regeert ook over alle zenders en laat dat misschien mijn grootste probleem zijn: ik heb nooit echt van popmuziek gehouden. Rockmuziek is zelfs helemaal mijn ding niet. Zeker sinds het in mijn hoofd allemaal wat ontregeld werd. Dat met enthousiasme aanprijzen, gaat me niet goed af. Maar achter de schermen kan me dat niet schelen, zolang ik het zelf niet moet verkopen. Ik heb uitlaatkleppen genoeg. Toch droom ik ervan dat er ooit een zender komt zoals het Nederlandse Radio 5 waar chanson, variété (een vies woord in de oren van velen) en verwaarloosde muziekgenres ruim aan bod komen.


Ik ben me door de jaren heen - en misschien ook door mijn gehoorprobleem - veel meer gaan verdiepen in klassieke muziek en een trouwe Klara-luisteraar geworden. Naast filmmuziek en volksmuziek vertoef ik vooral in dat muzikale universum. Ik was dan ook uitermate vereerd dat ik in "De Liefhebber" bij Katelijne Boon over mijn favoriete klassieke muziek mocht praten. Zoals ik vooraan al aankaartte: een grimmig radioparcours, want het blijft vreemd. Iemand die 30 jaar lang op de populaire radionetten vrolijke muziek aankondigde, die zich toch grotendeels bekeerde tot heel andere muziek.


Radio: een liefde-haatverhouding? Misschien wel, maar de balans woog toch vooral door naar liefde. Pure, intense, vurige liefde.


Dat ik nu bij een nichezender als Soundtrackfm mijn eigen filmmuziekkeuzes toelicht, mag dus niet verwonderen. Ik doe geen toegevingen. Alles - van tunes over titel en concept - rolt door mijn handen. De enige manier om die vurige liefde nog meer te laten aanwakkeren.